Het eten van veel vlees heeft een grote impact op milieu, dierenwelzijn, de wereldwijde voedselvoorziening én op onze gezondheid. Voor vlees eten geldt, net als voor cola, chips, koek en snoep: hoe minder we er van eten, hoe beter. Nederlanders eten gemiddeld zo’n 40 kg vlees (nettogewicht) per jaar. Dit komt neer op 770 gram per week. En dat is veel te veel. Minderen met vlees is beter voor de mens, het dier en het milieu. Mensen die vlees vervangen door vis (pescotariërs) of plantaardige alternatieven (vegetariërs en veganisten), hebben minder overgewicht, zijn gezonder en leven langer. Naast de meestal ook iets gezondere leefstijl van vegetariërs, veganisten en pescotariërs, lijkt de lagere consumptie van vlees wel degelijk bij te dragen aan een betere gezondheid. Een klein stukje goed vlees (biologisch of wild), één of twee keer per week, is waarschijnlijk nog niet zo’n probleem voor de gezondheid. Maar de hoeveelheden waarin wij vlees eten is te veel van het goede. Vooral rood vlees (rund, varken, schaap, geit, etc) en bewerkt vlees (bijv. worst, salami, ham) zijn schadelijk voor de gezondheid. Stoffen in dit vlees verhogen het risico op onder andere hart- en vaatziekten en kanker.
Mensen die vlees vervangen door vis of plantaardige alternatieven, hebben minder overgewicht, zijn gezonder en leven langer
De meeste van ons weten wel dat het beter is om minder vlees te eten. Alleen we doen het niet. Althans, niet meer. Sinds 2010 nam de vleesconsumptie in Nederland ieder jaar een klein beetje af. Maar in 2016 is die daling gestopt, zo blijkt uit onderzoek van de Wageningen Universiteit. Is het stukje vlees ons heilig? Voor een enkeling misschien. Maar de meeste mensen zullen vlees meer vanuit een gewoonte eten. En een gewoonte (in plaats van het stukje vlees) is heilig. Daar wil of kan je niet zo makkelijk van afstappen, zeker als je het ook nog eens lekker vindt en ermee bent opgegroeid. Je moet wel heel erg overtuigd en gemotiveerd zijn om andere keuzes te maken en je omgeving moet ook zo ingericht zijn (met goede alternatieven en vrienden en familie die ook voor deze keuze staan) dat je je gewoonteverandering ook makkelijk kunt uitvoeren. Helaas is dit laatste nog niet voldoende aanwezig. Supermarkten stimuleren onze vlees-eetgewoonten met kiloknallers en restaurants blijven op de traditionele koers varen waarbij de vleeskeuze de ‘normale’ keuze is en de vegetarische keuze de uitzondering. Minder vlees eten wordt ons nog niet heel makkelijk gemaakt. Toch is er een verandering gaande: naast de kiloknallers liggen steeds meer vegetarische alternatieven en vegetarische en ‘vegan’ restaurants en lunchrooms schieten de grond uit. In tegenstelling tot 10 jaar geleden hebben de meeste restaurants nu wél een vegetarisch alternatief op hun menukaart.
Eigenlijk is het de ideale tijd om nu dat extra stapje naar minder vlees eten te kunnen zetten. En hoe meer mensen dit doen, hoe sneller de ontwikkeling zal gaan en hoe meer anderen geïnspireerd raken om ook eens te kiezen voor een alternatief voor vlees.
Go for it!