Niets is 100% perfect. Ook mijn leefstijl niet. Ik eet echt wel eens een gevulde koek, een groot stuk taart, vette patat met mayo, of drink iets te veel op een feestje of een avondje uit. Dit gebeurt echter niet vaak en is dan ook de bekende uitzondering die de regel bevestigt. Het aantal van deze momenten is in een maand op een halve hand te tellen. Gelukkig word ik niet dik van die koek, taart of patat en ik voel me er dan ook niet slecht over als ik het eet. Ik wordt er juist blij van. Ik zorg er immers voor dat mijn basis goed is en dat ik daar de volgende dag en de dagen daarna weer op terug val. Díe basis houdt me gezond, houdt mijn gewicht goed en houdt me fit. En omdat het mijn gewoonte is, weet ik dat ik altijd weer terug kom op deze basis.
Wetenschappelijk gezien is ook goed te verklaren waarom af en toe eens ongezond afwijken van je gezonde gewoonten niet meteen slecht voor je is. Je komt mogelijk even iets aan in gewicht door de extra calorieën die je naar binnen werkt of daling in energieverbruik doordat je even iets minder beweegt, maar wanneer je vervolgens weer terug komt in je normale gezonde patroon, komt er weer een balans in je energie-inname en je energie verbruik, met het daarbij horende, oude gewicht en gezondheid.
Met een gezonde basis kan je dus best eens uit de band springen met Carnaval, een periode wat minder (of helemaal niet) sporten, een avondje flink doorzakken in de kroeg of een vette hap halen. Want ook dát is belangrijk voor een leuk, gelukkig én gezond leven. Voel je dan vooral niet schuldig (dat geeft weer stress) maar denk terug aan een leuke tijd en pak vervolgens weer je gezonde leefstijl op. Als de basis maar goed is. En, natuurlijk, als aller belangrijkst: voorkom dat het te vaak gebeurt! Een nieuwe (ongezonde) gewoonte aanleren is immers makkelijker dan een oude afleren…